Een van de oudste rassen, die de kynologie kent.
Daarnaast als specifiek kenmerk mag zeker vermeld worden dat de Tibetaanse Terrier het enige ras is dat een zoolganger is, oftwel net zo als de mensen plat op zijn voeten staat.
Een vrolijke, speelse hond, die graag in de omgeving van zijn gezin verblijft. Hij is niet nervous van karakter, zijn waakzaamheid is opmerkend, een prima deurbel, maar daarbij niet argressief.
Bij uitstek een echte gezelschapshond, die vroeger ook wel werd ingezet door de nomaden om het vee op de bergpas te drijven, hij is heel flexibel is en bezit een goed springvermogen. Hedendaags wil dit ras prima prestaties behalen op de bendigheidsbaan, waarbij zijn flexibiliteit en springvermogen goed van pas komen.
Een veelzijdige hond, die een goed uithoudingsvermogen bezit, vliegensvlug kan rennen en wenden, een stevige boswandeling kan maken of op een veld een flinke dosis energie eruit gooien kan, maar daarnaast ook prima uren op de bank kan luieren.
De Tibetaanse terriër bezit een weelderige dubble lange vacht, die wel goed geborsteld en gekamd dient te worden. Een maand niet kammen is geen optie, de vacht zal gaan vlitten en wordt het een hele klus om hem weer klitvrij te krijgen. Wekelijks goed borstelen en kammen is een vereiste. Ook mag hij regelmatig gewassen worden, dit dient te gebeuren met een goede hondenshampoo en het gebruik van een goede conditioner is zeker aan te bevelen. Het voordeel van zijn prachtige lange haren is dat dit ras geen periodieke verharing kent en praktisch weinig haren verliest.
De Tibetaanse terriër is een kindvriendelijke hond, die over het algemeen graag met de kinderen speelt.
Een eeuwenoud ras die in Tibet door de monikken in het klooster werden gehouden. Hier diende ze als gezelschapshonden en kwam hun waakszaamheid goed van pas, , ze liepen met gemak op de daken van het klooster en lieten van zich horen als er als er zich vreemden aan de poort aanmelden. Zo nu en dan werden ze aan voorbij komende reizigers meegegeven als geluksbrenger, deze nomaden gerbuikte de honden ook als veedrijver en voor de bewaking van hun opgeslagen kamp.
Goed gespierd, compact en krachtig, lengte van top van schouder tot staartaanzet is gelijk aan de schouderhoogte, goed gebogen ribben, vlakke rug boven de ribben, lendenen kort en licht gebogen, coupe vlak.
Zwart, wit, wit-zwart, goudkleurig, driekleurig, crème, grijs, rookkleurig, alle kleuren en platen zijn toegestaan, uitgezonderd chocolade of leverkleur.
Bij de reuen: 35,5 - 40,6 cm, de teven iets kleiner.
Groot, rond, noch uitpuilend noch diepliggend, tamelijk ver uit elkaar staand. Donkerbruin met zwarte oogranden.
Dubbele vacht, ondervacht is fijn en wollig, de bovenvacht is overvloedig, maar mag niet zijdeachtig of wollig zijn, lang, recht of gegolfd, maar mag niet sterk gekruld zijn.
Middelmatige lengte, tamelijk hoog aangezet, in een vrolijke krul over de rug gedragen zich, zeer zwaar bevederd, een knik bij de punt is toegestaan.
Gangwerk: Vlot, goed uitgrijpend, krachtig stuwend, bij het lopen of draven moeten voor en achterbenen een lijn vormen en mogen niet naar binnen of naar buiten draaien.
Rasgroep 9: Gezelschapshonden
» Sectie Tibetaanse rassen
Een bijdrage van : Thea Koster
Fokker, liefhebber van de Tibetaanse Terrier. Van tijt tot tijd pups uit weloverwogen combinaties, waarbij gezondheid, karakter en rastypisch voorop staat.
Wil je een vermelding op deze pagina of je hond laten zien? Meld je dan aan voor een gratis account!
Aanmelden